Gedoe, en wat er aan vooraf ging
In 2013 kiest de gemeenteraad van Best de burgemeester van haar keuze. De profielschets spreekt van ‘Een toegankelijke, daadkrachtige en gezaghebbende burgemeester die affiniteit heeft met het Brabantse. Sociaalvoelend en met inlevingsvermogen. Binnen een jaar dient hij in Best te wonen. ‘
Hij woont op dat moment in Boxtel en enig respijt is logisch. Uit niets blijkt dat de gemeenteraad zich op dat moment bewust is van het feit dat ‘wonen’ niet hetzelfde is als ingeschreven staan in de GBA, de Gemeentelijke Basis Administratie. Waarom van de door raad en burgemeester in september 2013 gedane wederzijdse toezeggingen geen notulen of verslaglegging is gemaakt vermeld de historie niet. Een globale reconstructie van het besprokene is alleen nog mogelijk doordat de griffier, toehoorder bij die gesprekken, zijn persoonlijke notities aan de raad beschikbaar stelt. Op grond daarvan mag samenvattend worden gezegd dat beide partijen, raad en burgemeester, nadien nauwelijks nog aandacht hebben besteed aan wederzijdse uitspraken. Wilt u het wat helderder? Ze hebben het laten versloffen!
De burgemeester en zijn vrouw betrekken een huurwoning in Best. Ze houden de woning in Boxtel aan, mede omdat het huis al vele jaren in de familie is. Een zeker door Brabanders gewaardeerde gehechtheid.
Eind 2016 informeert de burgemeester de raad over zijn voornemen tot verhuizing. Hij/zij willen in2018 weer volledig gebruik gaan maken van de woning in Boxtel. En daarmee ontstaat een dilemma voor de Raad. Hoe te handelen waar de Gemeentewet zonder sanctie (strafbaarstelling) voorschrijft dat de Burgemeester dient te wonen in de plaats waar hij is aangesteld? Voor zover er mogelijkheden waren hebben die betrekking op de eerste jaren van een aanstelling en niet op de jaren daarna. Jurisprudentie dat een antwoord zou geven op de vraag ‘Wat nu?’ is er nauwelijks. De mening van gezaghebbende hoogleraren in het Staatsrecht betekent nog geen wetwijziging. Al neigen individuele eigentijdse opvattingen (ook binnen onze hoogste rechtscolleges) naar de conclusie dat de Gemeentewet (op dat punt) op leeftijd is en het woonplaatsbeginsel ruimere uitleg verdient. Wie heeft zich ooit afgevraagd hoever burgemeester Aboutaleb van Hoek van Holland af woont? De Commissaris van de Koning heeft een mening. Maar is zo verstandig om die niet te ventileren. Precedentwerking! Dan is de conclusie dat de Raad van Best haar eigen afweging moet maken.
Dan gaat het om de vraag: Als je de ambtstermijn van deze burgemeester wilt verlengen, wat is dan de prijs om in een tijd waarin de Bestuurlijke Toekomst van Best de nodige aandacht vraagt, de aanstelling van een bestuurder op formele gronden te beëindigen als bevolking en raad in meerderheid vertrouwen in hem hebben? Een burgemeester die in de beste Brabantse tradities waarde hecht aan een consistent gezins- en familieleven? Een opvatting die zeker door de fractie van de ChristenUnie zal worden meegewogen in de uiteindelijke besluitvorming.
Ten smalste hebben we het over een tijdvak dat als ‘de voor de nachtrust bestemde tijd’ wordt aangeduid en waarin ambtelijke taken even worden geparkeerd. De raad kan eventueel voor een juridisch novum zorgen door haar wijze van omgaan met een niet gesanctioneerd artikel in de Gemeentewet te formaliseren. Dat kan door de uitspraak ‘dat ze het verhuisbericht voor kennisgeving aanneemt en overgaat tot de orde van de dag.’ Dat is nog iets anders dan gedogen. De gemeenteraad van Best zal eind augustus in een openbaar debat afwegingen uitwisselen en een besluit nemen, dat naar ik oprecht hoop en verwacht recht zal doen aan de belangen van Best en haar inwoners. Daar staat geen sanctie op!
Aaldert van der Vlies
Raadslid ChristenUnie Best